Voedingsadviezen 

Granen

Hoewel honden en katten in de loop van de tijd zich steeds meer hebben ingesteld op het eten van brokvoer, is het vanuit een natuurlijke visie niet logisch om granen aan vleeseters te voeren. Katten zijn enkel prooidier eters en honden voor het overgrote deel. Prooidieren bevatten enkel nog wat voorverteerde granen in hun maag en bij de kip in de krop. Granen zijn dan ook meer energieleveranciers voor mensen dan voor honden. Sommige honden- en kattenrassen kunnen granen beter verdragen dan andere soorten. 

Voordelen van vers vleesvoeding:

  • Het bevat bacteriën en enzymen die het verteren gemakkelijker maken. Dit zorgt voor een goede darmflora en een gezond immuunsysteem.
  • Het rauwe vlees maakt het maagzuur zuurder, waardoor parasieten en ziektekiemen minder kans hebben om te overleven. 
  • De organen worden minder belast, doordat vers vlees geen granen en onnatuurlijke (synthetische) stoffen bevat. Doordat vers vlees beter verteerd wordt hoeft het dier minder afvalstoffen uit te scheiden.
  • Doordat vers vlees beter verteerd wordt is er minder ontlasting, die steviger is en minder sterk ruikt.
  • Vers vlees bevat alle voedingsstoffen in de juiste verhoudingen, waardoor het voor een gelijkmatige groei zorgt bij jonge dieren.
  • Vers vlees zorgt er voor dat dieren beter op gewicht blijven.
  • Er is minder kans op het vormen van tandsteen. 
  • Er is minder kans op (voedsel)allergie.
  • Vers vlees bevat veel vocht, wat gunstig is voor de spoelfunctie van de nieren. Vooral voor katten, die van nature toch al slechte drinkers zijn, is dit belangrijk.
  • In de praktijk zien we vaak dat honden en katten die vers gevoerd worden, vitaler te zijn, in korte tijd veel weerstand op bouwen en letterlijk goed in hun vel komen te zitten. De dieren krijgen een mooiere vacht en hebben minder lichaamsgeur.

Voedingstherapie

Versvleesvoeding kan ook gegeven worden als therapie bij ziektes. Alle systemen in het lichaam zijn namelijk afhankelijk van goede voeding. Behalve het immuunsysteem, heeft de hormoonhuishouding een duidelijke relatie met voeding. Maar ook gedrag wordt beïnvloed door voeding. 

Nierproblemen

Vers vlees bevat veel hoogwaardige eiwitten die goed opgenomen kunnen worden. Tevens bevat het veel vocht, wat zorgt voor een betere doorstroming en afvoer van afvalstoffen. Voor dieren met nierproblemen is het extra belangrijk dat ze biologisch vlees en groenten gevoerd krijgen, omdat het geen belastende (synthetische) stoffen bevat. 

Bij vergevorderde nierziekten dient het eiwitgehalte verlaagd te worden door in verhouding meer dierlijke vetten toe te voegen. Door een deel van het vlees te vervangen door vis blijven de dieren goed eten, waardoor ze beter op gewicht blijven en toch minder eiwitten binnenkrijgen.

Blaasgruis

Vers vlees werkt verzurend op de urine, waardoor er minder kans is op vorming van struvietstenen en gruis. Brokken geven een basische urine doordat het vooral plantaardige stoffen bevat, waardoor de kans op steenvorming toeneemt. 

Vuile pens

Vuile pens is een goede aanvulling op hondenvoeding, het bevat namelijk veel goede bacteriën en enzymen die de spijsvertering activeren. Het  kan ook gebruikt worden als reinigingskuur bij bv. huidklachten of darmproblemen. 

Groenten en fruit

Hoewel de darmen van honden beter zijn aangepast op de vertering van plantaardig voedsel dan die van katten, raden wij aan dit niet in grote hoeveelheden te voeren. Maximaal 10-15% van de voeding voor honden; katten zijn meer vleeseters en hebben het niet of nauwelijks nodig (5%).

Veel fruit en groenten worden bespoten met gif, geef daarom groente en fruit van biologische teelt en was het goed. Geef seizoensproducten: zomergroenten koelen het lichaam en houden het vochtig, wintergroenten verwarmen het lichaam. 

Bij dieren die moeten afvallen, kan het toevoegen van groenten helpen aangezien ze weinig calorieën bevatten maar wel de maag vullen.

Groenten

Spinazie, sla, andijvie, postelein, selderij, alfalfa, paksoi, sla, wortel, broccoli, bieten, spruitjes, komkommer, erwten, bonen, gekiemde peulvruchten, courgette, waterkers, witlof en pompoen. 

Pas op met ui en prei, omdat daar stoffen inzitten die rode bloedcellen kunnen afbreken. Sommige honden zijn gevoelig voor groenten uit de nachtschadefamilie, zoals aardappelen, paprika, tomaat en aubergine. Geef niet teveel zetmeelhoudende groentes, zoals knollen en aardappelen. 

Fruit

Appel, peer, meloen, banaan, bessen, sinaasappel, mandarijn, kiwi, papaja, mango, aardbeien, vijgen en dadels 

Geef niet teveel zoet fruit, vanwege het hoge gehalte aan suikers. Vooral bessen bevatten veel gezonde stoffen. Pas op: veel pitten van fruit zijn giftig, vooral in grotere hoeveelheden.

Botten

Omdat de versvleesvoeding zacht van structuur is, is het belangrijk dat zowel honden als katten hun tanden kunnen reinigen aan een bot. Daarnaast is het kauwen een inspannende bezigheid die zorgt voor een tevreden gevoel (stressverlagend). Wenselijk is om een paar keer in de week botten te geven of een groot stuk vlees. 

Het is belangrijk dat botten altijd onverhit gegeven worden. Verhitting heeft als gevolgd dat ze gaan splinteren wat tot maag- en darmbeschadigingen kan leiden. Pas ook op met botten bij dieren die schrokkerig eten, blijf altijd in de buurt. Om te voorkomen dat tanden te snel slijten of afbreken voer je botten van niet-dragende delen. Het liefst botten met vlees eraan, omdat dit ervoor zorgt dat het bot makkelijker verteerd wordt. 

Botten voor de kat en fret

  • Kippennekken en -poten
  • Eendenvleugels
  • Kuikens, muizen en ratten
  • Kwartel, hoen, patrijs, fazant of duif
  • Staarten
  • Lap spiervlees

Botten voor de hond

  • Eenden- en kalkoennekken
  • Lams en geitenribben/botten
  • Karkas van kip, konijn of eend
  • Lap spiervlees of pens
  • Hertengewei
  • Mergpijpjes (enkel als recreatiebot)

Ter afwisseling op kant-en-klare versvleesvoeding kan men ook een heel prooidier voeren inclusief haren en veren die als ruwe vezel dienen. Voer geen rauw varkensvlees, ter voorkoming van de ziekte van Aujeszki. 

Vis 

Een goede afwisseling op versvleesvoeding is het voeren van vis, 1-2 x in de week. Het bevat veel goede mineralen en vetzuren (omega 3) die gezondheidsbevorderende eigenschappen hebben. 

Vis kan rauw, in zijn geheel of in stukjes gesneden gevoerd worden, evenals gekookt.

Magere vis: witvis zoals kabeljauw en wijting (bevat minder voedingsstoffen dan vette vis)

Vette vis: bevat veel omega 3 vetzuren zoals zalm, makreel, tonijn, haring, sardines.

Visolie kan ook over het voer worden gedaan. Door ontstekingsremmende eigenschappen kan het ondersteunen bij gewrichtsontstekingen en artrose. Voor pure vleeseters is dierlijke olie aan te bevelen, zoals zuivere vis- of zalmolie. Omdat honden ook plantaardige voeding kunnen verteren, kun je ze ook plantaardige olie in de vorm van lijnzaad-, teunisbloem-, ollijf- of kokosolie geven. 

Aanvullende voedingsmiddelen

  • Biogarde en cottage cheese: bevat goede bacteriën (probioticastammen)
  • Rauw ei met schaal: heeft een optimaal gehalte aan essentiële aminozuren (omega 3 vetzuren) en calcium.
  • Keukenkruiden: zoals peterselie, tijm, rozemarijn, marjolein, oregano, gember en knoflook. 
  • Geneeskruiden: zoals weegbree, paardenbloemblad, pepermunt, brandneteltoppen (licht gekookt)
  • Gemalen noten en zaden: bevatten veel mineralen, gezonde vetzuren en vezels (geen macademia noten, druiven en rozijnen geven!)
  • Insecten zoals meelwormen voor fretten: deze zijn zeer eiwitrijk en een goede aanvulling op het dieet.

Voedingsrichtlijnen

De juiste hoeveelheid voeding bepalen doe je niet zozeer aan de hand van een tabel, maar vooral op het oog en je gevoel. Elk dier heeft namelijk net als mensen een eigen spijsvertering en voedingsbehoefte. Dit is afhankelijk van het lichaamsgewicht, activiteit, fysiologische toestand en omgevingsfactoren. (omgevingstemperatuur)  

De hieronder genoemde adviezen zijn gemiddelde waarden, er dient altijd naar het individuele dier gekeken te worden. Kijk naar de conditie van het dier: is hij mager voer dan wat meer, is hij aan de dikke kant dan kan hij met minder voer af. Dieren die veel inspanning moeten leveren, voer je wat meer. 

  • Volwassen honden: 20-30 gram per kg lichaamsgewicht per dag.
  • Pup/jonge leeftijd 40-60 gram per kg lichaamsgewicht per dag, afbouwen naarmate hij groter wordt. Om (gewrichts)problemen te voorkomen is het belangrijk dat ze niet te snel groeien. 
  • Volwassen katten: 30-40 gram per kg lichaamsgewicht per dag.
  • Kittens/zogende katten: 60-80 gram per kg lichaamsgewicht per dag. 
  • Volwassen fretten: 30-50 gram per kg lichaamsgewicht per dag. 
  • Drachtige, zogende en jonge fretten: 60-100 gram per kg lichaamsgewicht per dag.  

Overzetten

Overstappen van brokvoer naar versvleesvoeding kan bij de meeste honden en katten in één keer gedaan worden. Dieren die oud of ziek zijn en/of een gevoelig maag-darmstelsel hebben, kan men helpen door tijdelijk het vers vlees voor te koken of te stomen. Doe dit zo kort mogelijk, door verhitting gaan voedingsstoffen verloren en worden de eiwitten in het vlees minder goed opneembaar. En bot kan gaan splinteren door te koken.

Katten zijn kieskeurige eters en moeten vaak meer wennen aan nieuw voer dan honden. Door het vlees te overgieten met heet water, komt de geur ervan vrij, wat het aantrekkelijker maakt. Het vlees kan ook tijdelijk vermengd worden met het oude voer of met iets wat de kat erg lekker vindt, bijvoorbeeld vis. Bij honden kan vuile pens door de brokken vermengd worden om de overstap naar vers vlees makkelijker te maken.

Door de overstap op versvleesvoeding kunnen er ontgiftingsreacties optreden. De ontlasting wordt bijvoorbeeld dunner (diarree) en gaat meer stinken, het dier gaat meer drinken, plassen en kan meer gaan ruiken en verharen. Om de overstap makkelijker te maken, adviseren wij om in de eerste week ook probiotica door het vlees te mengen (bij honden kan dit ook met pens).

Hoewel vers vlees veel vocht bevat is het belangrijk dat er ook altijd voldoende vers drinkwater beschikbaar is voor het dier. 

Variatie

Net als bij mensen is een gevarieerde voeding belangrijk voor dieren. Op deze manier krijgen ze alle benodigde voedingsstoffen binnen, waardoor er minder kans is op het ontstaan van eventuele tekorten. 

Houdbaarheid

Versvleesvoeding is ongeopend in de vriezer een half jaar tot een jaar houdbaar. Voor gebruik dient het eerst ontdooid te worden. Ontdooien in de koelkast geeft de minste verandering van het product en bacterievorming. Na ontdooien is het vlees in de koelkast ongeveer 2 dagen houdbaar. 

Hygiëne

Let op een goede hygiëne bij het voeren van vers vlees. Vooral kinderen, zwangeren, ouderen, zieken en mensen met verminderde weerstand zijn gevoeliger voor besmetting met bacteriën uit het vlees. Honden en katten zijn hier beter tegen bestand.